Tegenwoordig lijken de belangen van het volk continu met voeten te worden getreden: kennelijk kunnen onze politieke, economische en sociale instanties alleen nog de belangen van de rijken behartigen. Hoe slagen de machtsstructuren van de rijken erin de instellingen van de macht van het volk te infiltreren? En hoe kan men goedpraten dat enkelen een enorm kapitaal vergaren dat grotendeels onbenut blijft, terwijl de meerderheid een arm of precair bestaan moet leiden?